Stressoren zijn factoren die ervoor zorgen dat iemand sterke spanningen of stress ervaart. Deze stressoren kunnen zich overal voor doen in de omgeving van het kind. Bijvoorbeeld op school, wanneer de leerstof niet aansluit op wat het kind nodig heeft. Bij begaafde kinderen kan het zijn dat de leerling ondervraagd wordt omdat de leerstof te eenvoudig is, maar begaafde leerlingen kunnen ook óvervraagd worden. Bijvoorbeeld wanneer zij geen passende instructie op het aanbod krijgen omdat een leraar aanneemt dat de leerling de taak ook zonder instructie moet kunnen uitvoeren.
Stressoren kunnen ook ontstaan als de leerling geen aansluiting ervaart met andere leerlingen of als de leerling gepest wordt. Stressoren kunnen ook door een minder passende thuissituatie ontstaan, waarbij ouders weliswaar zeer hun best doen om aan te sluiten op wat hun kind nodig heeft, maar door omstandigheden daarin toch (onbewust) net iets anders bieden dan wat het kind verder helpt.
Dit zijn allemaal voorbeelden van externe stressoren. Maar er zijn ook interne stressoren. Dat zijn factoren die vooral te maken hebben met het kind zelf, bijvoorbeeld als het kind het idee heeft dat de omgeving iets heel specifieks verwacht, die gedachte niet toetst op juistheid en probeert om aan de onuitgesproken verwachting te voldoen. Bijvoorbeeld: “Mijn leraar geeft nauwelijks feedback op mijn producten, andere leerlingen krijgen veel feedback. Kennelijk vindt mijn leraar mijn opdrachten minder belangrijk dan die van andere leerlingen.” Als die gedachte bij de leerling gaat leven, kan het zijn dat de leerling minder gemotiveerd de taken oppakt, terwijl de leraar wellicht minder feedback heeft gegeven omdat deze al heel tevreden is over de kwaliteit van het door de leerling geleverde werk.