De taxonomie van Bloom brengt een ordening aan in de denkvaardigheden die we in het onderwijs van leerlingen vragen. Daarbij wordt onderscheid gemaakt in lagere orde denkvaardigheden en hogere orde denkvaardigheden. Lagere orde denkvaardigheden zijn: herinneren, begrijpen en toepassen. Hogere orde denkvaardigheden zijn analyseren, evalueren en creëren. Een taak wordt complexer naarmate de denkvaardigheid die we van de leerlingen vragen om de taak uit te kunnen voeren, opklimmen in de ordening die de taxonomie heeft aangebracht.
Differentiatie – Achievement Orientation Model
Het Achievement Orientation Model is ontwikkeld door twee wetenschappers Del Siegle and Betsy McCoach. Het model maakt op een relatief eenvoudige wijze zichtbaar wat de beïnvloedende factoren zijn op de motivatie van leerlingen. De kern van het model is opgezet als een venndiagram met drie aspecten die met elkaar moeten samenvallen: de waarde die leerlingen aan de taak en het leerdoel toekennen, het gevoel van self-efficacy dat leerlingen ervaren en aan de hand waarvan zij inschatten of ze een kans op succes zien om de taak tot een goed eind te brengen, én het beeld dat leerlingen hebben van wat de omgeving van hen verwacht en wat de omgeving van hen vindt. Wil je meer weten over het Achievement Orientatie Model bezoek dan eens de site van het Renzulli Center for Creativity, Gifted Education, and Talent Development en verken de bronnen die zij online gratis ter beschikking stellen.
Differentiatie – Directe instructiemodel
Het begrip ‘Directe instructie model’ verwijst naar de verschillende fasen in een hele les en de manier waarop de leraar die les organiseert. Het gaat dus over wat de leraar doet om de leerlingen nieuwe kennis en vaardigheden te laten ontwikkelen. In elke les worden zes fasen onderscheiden:
- Introductie en terugblik.
- Instructie van nieuwe begrippen en vaardigheden.
- Begeleide oefening van het aangeleerde.
- Zelfstandig toepassen van het geleerde.
- Periodieke terugblik.
- Terugkoppeling.
De les start dan met een klassikale instructie die op een interactieve manier wordt verzorgd. Na deze klassikale start stemt de leraar af op de individuele behoeften van de leerlingen. Sommige leerlingen kunnen relatief snel zelfstandig aan de slag, andere leerlingen kunnen meer ondersteuning nodig hebben. Zowel in het basis als voortgezet onderwijs wordt gebruik gemaakt van deze manier om de lessen te organiseren. De insteek is dat door deze manier van werken de leerling stapsgewijs zich kennis en vaardigheden eigen maakt om die in een groeide mate van zelfstandigheid te kunnen toepassen.
Differentiatie – Kerndoelen van het onderwijs
In het Nederlandse onderwijs wordt gewerkt met kerndoelen. Dit zijn streefdoelen en hebben betrekking op de minimum eisen voor zowel het basisonderwijs als de basisvorming. De kerndoelen zijn vastgesteld door de overheid. Scholen mogen zelf bepalen hoe ze vorm geven aan die kerndoelen.
Er worden twee soorten kerndoelen onderscheiden. Er zijn zogenoemd leergebiedspecifieke doelen, die hebben betrekking op de leerinhouden van vakken zoals taal/communicatie en rekenen/wiskunde. Daarnaast zijn er ook leergebiedoverstijgende doelen. Dat zijn doelen die betrekking hebben op bijvoorbeeld de sociale en emotionele ontwikkeling van leerlingen, of bijvoorbeeld op leergedrag.
Daar waar leerlingen meer aankunnen dan wat in de kerndoelen is vastgelegd, is het aan scholen om aanvullende leerdoelen vast te stellen die ofwel meer de diepte ingaan waardoor leerlingen binnen een bepaald domein meer en diepgaandere kennis ontwikkelen, ofwel meer de breedte ingaan waardoor leerlingen ook andere kennis en vaardigheden ontwikkelen die buiten de vastgestelde domeinen vallen.
Differentiatie – Rubric
Een rubric is een instrument waarmee voor de leraar en leerlingen zichtbaar gemaakt wordt waaraan een leerproduct moet voldoen. Elke rubric kent twee dimensies en wordt vaak vormgegeven in een matrix. Verticaal staan vaak de concrete criteria benoemd, bijvoorbeeld: de tekst is voor zien van een inleiding of op het voorblad staat een afbeelding die betrekking heeft op de inhoud van het product. Horizontaal staat dan vaak aangegeven in hoeverre dit criterium ook door de leerling is behaald. Dat kan variëren tussen ‘voldaan en niet voldaan’ tot getallen van bijvoorbeeld 0 tot 6 waarbij per getal duidelijk is vastgelegd wat er dan tenminste zichtbaar moet worden. De 0 verwijs in dit geval naar ‘niet aanwezig’.
Differentiatie – Deepdive taxonomie Marzano & Kendall aflevering 1
Eleonoor van Gerven promoveerde als onderwijskundige op het thema competentieontwikkeling bij leraren over onderwijs aan begaafde leerlingen. Ze is directeur van Slim! Educatief, een particulier instituut voor nascholing van leraren die zich willen specialiseren in begaafdheid. Daarnaast is ze programmamanager van het Kenniscentrum Hoogbegaafdheid.
Eleonoor is internationaal actief als vicepresident van de World Council for Gifted and Talented Children en als voorzitter van de Educational Insights Group. Eleonoor heeft meerdere boeken geschreven over begaafdheid, onder andere Hoe dan?! (samen met Anouke Bakx en Annemieke Weterings; 2021) en is redacteur van meerdere publicaties, zoals ook van De Gids. Over begaafdheid in het basisonderwijs (2016) en De Gids 2.0. Over begaafdheid in het po en vo (2023).
Eleonoor maakte voor het thema Differentiatie drie deepdives:
- De ingrediënten van uitdaging
- De taxonomie van Marzano & Kendall. Deel 1: Het hiërarchisch denkmodel
- De taxonomie van Marzano & Kendall. Deel 2: De concrete denkvaardigheden
Differentiatie – Deepdive taxonomie Marzano & Kendall aflevering 2
Eleonoor van Gerven promoveerde als onderwijskundige op het thema competentieontwikkeling bij leraren over onderwijs aan begaafde leerlingen. Ze is directeur van Slim! Educatief, een particulier instituut voor nascholing van leraren die zich willen specialiseren in begaafdheid. Daarnaast is ze programmamanager van het Kenniscentrum Hoogbegaafdheid.
Eleonoor is internationaal actief als vicepresident van de World Council for Gifted and Talented Children en als voorzitter van de Educational Insights Group. Eleonoor heeft meerdere boeken geschreven over begaafdheid, onder andere Hoe dan?! (samen met Anouke Bakx en Annemieke Weterings; 2021) en is redacteur van meerdere publicaties, zoals ook van De Gids. Over begaafdheid in het basisonderwijs (2016) en De Gids 2.0. Over begaafdheid in het po en vo (2023).
Eleonoor maakte voor het thema Differentiatie drie deepdives:
- De ingrediënten van uitdaging
- De taxonomie van Marzano & Kendall. Deel 1: Het hiërarchisch denkmodel
- De taxonomie van Marzano & Kendall. Deel 2: De concrete denkvaardigheden
Differentiatie – Deepdive Ingrediënten van uitdaging
Eleonoor van Gerven promoveerde als onderwijskundige op het thema competentieontwikkeling bij leraren over onderwijs aan begaafde leerlingen. Ze is directeur van Slim! Educatief, een particulier instituut voor nascholing van leraren die zich willen specialiseren in begaafdheid. Daarnaast is ze programmamanager van het Kenniscentrum Hoogbegaafdheid.
Eleonoor is internationaal actief als vicepresident van de World Council for Gifted and Talented Children en als voorzitter van de Educational Insights Group. Eleonoor heeft meerdere boeken geschreven over begaafdheid, onder andere Hoe dan?! (samen met Anouke Bakx en Annemieke Weterings; 2021) en is redacteur van meerdere publicaties, zoals ook van De Gids. Over begaafdheid in het basisonderwijs (2016) en De Gids 2.0. Over begaafdheid in het po en vo (2023).
Eleonoor maakte voor het thema Differentiatie drie deepdives:
- De ingrediënten van uitdaging
- De taxonomie van Marzano & Kendall. Deel 1: Het hiërarchisch denkmodel
- De taxonomie van Marzano & Kendall. Deel 2: De concrete denkvaardigheden
Differentiatie – Vanessa Roet: De groep als uitgangspunt voor differentiatie
Vanessa Roet is bovenschools specialist passend onderwijs bij Zaan Primair met een specialisatie in begaafdheid. Als coördinator van de plusklassen is ze nauw betrokken bij het vormgeven van het onderwijs voor de plusklassen van Zaan Primair, samen met haar collega’s.
Daarnaast begeleidt Vanessa leerlingen individueel, zodat ze in hun eigen klas uitdagingen kunnen aangaan. Met bijna 25 jaar ervaring in het onderwijs heeft ze lesgegeven in de groepen 3 tot en met 7 en heeft ze ongeveer 15 jaar als intern begeleider gewerkt. Haar passie ligt in het ondersteunen en uitdagen van begaafde leerlingen, zodat zij hun volledige potentieel kunnen bereiken.
In een aantal video’s vertelt Vanessa over haar ervaringen. Het hoofdthema van deze interviews met Vanessa is ‘Differentiëren in de plusklas’:
- Even voorstellen
- Differentiatie in de bovenschoolse plusklas
- De groep als uitgangspunt voor differentiatie
- Wat levert het op?
Differentiatie – Vanessa Roet: Wat levert het op?
Vanessa Roet is bovenschools specialist passend onderwijs bij Zaan Primair met een specialisatie in begaafdheid. Als coördinator van de plusklassen is ze nauw betrokken bij het vormgeven van het onderwijs voor de plusklassen van Zaan Primair, samen met haar collega’s.
Daarnaast begeleidt Vanessa leerlingen individueel, zodat ze in hun eigen klas uitdagingen kunnen aangaan. Met bijna 25 jaar ervaring in het onderwijs heeft ze lesgegeven in de groepen 3 tot en met 7 en heeft ze ongeveer 15 jaar als intern begeleider gewerkt. Haar passie ligt in het ondersteunen en uitdagen van begaafde leerlingen, zodat zij hun volledige potentieel kunnen bereiken.
In een aantal video’s vertelt Vanessa over haar ervaringen. Het hoofdthema van deze interviews met Vanessa is ‘Differentiëren in de plusklas’:
- Even voorstellen
- Differentiatie in de bovenschoolse plusklas
- De groep als uitgangspunt voor differentiatie
- Wat levert het op?