Bij scaffolding werk je met een didactiek die specifiek gericht is op het stapsgewijs ondersteunen van de leerling bij het verwerven en toepassen van kennis een vaardigheden. Het Engelse woord scaffold betekent letterlijk steiger. En elke steiger is, als het goed is, tijdelijk van aard. Elke keer als de leerling laat zien weer een stapje verder gekomen te zijn, kun je voor dat specifieke onderdeeltje de ondersteuning weer afbouwen.
Het kenmerk van een goede steiger is dat deze niet alleen ondersteuning biedt, maar dat die ondersteuning precies aansluit bij wat er nodig is. Dat begint bij het vaststellen van een beginsituatie: Wat weet de leerling en kan de ook leerling inzetten?
Vervolgens controleer je, of je het beroep dat de leerling op je doet, ook goed hebt begrepen. Dus als de leerling een vraag stelt, dan ga je na of dat ook echt de vraag is. Vervolgens kun je dan aan de hand van gerichte instructie, het stellen van handige denkvragen en het geven van feedback de leerling verder helpen in zijn leerproces. De laatste stap is dat je nagaat of de leerling ook echt uit de voeten kan met de kennis en vaardigheid die zo is ontwikkeld.