Hoogbegaafdheid in het VO – Conformiteit en individualiteit

Bij conformiteit gaat het erom hoe jongeren zich aanpassen aan de groep of aan wat zij denken dat de groepsnorm van hen verwacht.

Bij individualiteit gaat het erom dat jongeren ook moeten leren om eigen keuzes te maken ondanks dat zij op sommige momenten groepsdruk zullen ervaren. Als kinderen in de puberteit komen worden andere personen dan hun ouders plotseling erg belangrijk. Dit proces zien we vaak al ontstaan gedurende de laatste jaren van het basisonderwijs. De invloed van medeleerlingen neemt dan snel toe.

Aan de ene kant helpt hen dat om zich los te maken van ‘thuis’ en te kunnen verkennen wat hun eigen normen en waarden zijn. Aan de andere kant scheppen die nieuwe omgevingsinvloeden soms ook een verplichtend kader, waarbij jongeren het gevoel hebben daar niet aan te kunnen ‘ontsnappen’, terwijl ze wellicht minder voelen voor het kader dat voor hen opdoemt.

Voor begaafde leerlingen kan dat gevolgen hebben voor de wijze waarop ze al dan niet accenten leggen op hun persoonlijke leerontwikkeling door bijvoorbeeld al dan niet te leren voor hun toetsen, hun projecten in te leveren of door hun potentieel minder zichtbaar te maken voor anderen door bewust lagere prestaties te leveren. Zo kunnen ze kiezen om ‘erbij te willen horen’ maar dan is het gevolg dat hun prestaties afwijken bij de verwachting van de volwassenen in hun bestaan.

Hoogbegaafdheid in het VO – Stressoren

Stressoren zijn factoren die ervoor zorgen dat iemand sterke spanningen of stress ervaart. Deze stressoren kunnen zich overal voor doen in de omgeving van het kind. Bijvoorbeeld op school, wanneer de leerstof niet aansluit op wat het kind nodig heeft. Bij begaafde kinderen kan het zijn dat de leerling ondervraagd wordt omdat de leerstof te eenvoudig is, maar begaafde leerlingen kunnen ook óvervraagd worden. Bijvoorbeeld wanneer zij geen passende instructie op het aanbod krijgen omdat een leraar aanneemt dat de leerling de taak ook zonder instructie moet kunnen uitvoeren.

Stressoren kunnen ook ontstaan als de leerling geen aansluiting ervaart met andere leerlingen of als de leerling gepest wordt. Stressoren kunnen ook door een minder passende thuissituatie ontstaan, waarbij ouders weliswaar zeer hun best doen om aan te sluiten op wat hun kind nodig heeft, maar door omstandigheden daarin toch (onbewust) net iets anders bieden dan wat het kind verder helpt.

Dit zijn allemaal voorbeelden van externe stressoren. Maar er zijn ook interne stressoren. Dat zijn factoren die vooral te maken hebben met het kind zelf, bijvoorbeeld als het kind het idee heeft dat de omgeving iets heel specifieks verwacht, die gedachte niet toetst op juistheid en probeert om aan de onuitgesproken verwachting te voldoen. Bijvoorbeeld: “Mijn leraar geeft nauwelijks feedback op mijn producten, andere leerlingen krijgen veel feedback. Kennelijk vindt mijn leraar mijn opdrachten minder belangrijk dan die van andere leerlingen.” Als die gedachte bij de leerling gaat leven, kan het zijn dat de leerling minder gemotiveerd de taken oppakt, terwijl de leraar wellicht minder feedback heeft gegeven omdat deze al heel tevreden is over de kwaliteit van het door de leerling geleverde werk.

Hoogbegaafdheid in het VO – Identiteit

Identiteit is een best ingewikkeld begrip dat we toch veel gebruiken. Want wat is dat nu precies identiteit? Het ontwikkelen van je identiteit is een proces dat alle mensen doormaken. Tijdens dit proces vinden mensen uit wie ze zouden willen worden of zijn, of wie of wat ze juist nooit zouden willen worden of zijn. Het ontwikkelen van je eigen identiteit vereist interactie met de omgeving.
Een veel gebruikte omschrijving van identiteit is “een combinatie van kwaliteiten die maken dat het ene mens zich kan onderscheiden van andere mensen”. Het is een verzameling van “de onderscheidende kenmerken of persoonlijke ontwikkeling als het resultaat van psychologische identificatie”.

Psychologische identificatie is een proces waarin een mens eigenschappen en vaardigheden van een ander zichzelf eigen maakt en aanwendt juist omdat je die eigenschappen in die ander zo waardeert en denkt: “Zo zou ik ook wel willen zijn of willen kunnen handelen.”

Kansengelijkheid – Mijn culturele achtergrond en mijn rol als professional

Welke rol speelt de Marokkaanse achtergrond in het werken als professional voor Sima de Bruyn-Daoud? Als je het niet breed hebt, of je valt buiten de norm, word je gedwongen om creatief te zijn.

Martin van Rooij interviewt in deze video Sima de Bruyn-Daoud (Directeur Stichting iQ+) over het thema Kansengelijkheid.

Kansengelijkheid – De rol van de leraar en kansengelijkheid

Wat kunnen leraren zelf doen? Ga bij de binnenkomst van een kind in groep 1 met de ouders in gesprek over wat het kind al kan. Kun je kijken zonder vooroordeel?

Martin van Rooij interviewt in deze video Femke Hovinga (Directeur-eigenaar Expertisecentrum Hoogbegaafdheid Talentissimo en Ontwikkel- en onderzoeksorganisatie SCALIQ) over het thema Kansengelijkheid.

Kansengelijkheid – Wat kunnen we doen om kansenongelijkheid te verkleinen?

Zie je de noodzaak? Kun je in het klein het verschil maken? Het gaat om wat het kind nodig heeft. Kun je perspectief bieden? Heb je een breed aanbod? Geef kinderen de ervaring dat ze ergens goed in zijn.

Martin van Rooij interviewt in deze video Barbara Hent (Coördinator expertteam Dubbel bijzonder, SWV-PO in Amsterdam Diemen) over het thema Kansengelijkheid.

Kansengelijkheid – Wat kunnen leraren doen?

Hoe kun je de kansen voor alle kinderen optimaliseren? Een goede leraar maakt echt het verschil in een positief en veilig klimaat waarin de leerling een goede relatie opbouwt met de leraar. Heb je voldoende kennis over hoogbegaafdheid? En ben je pedagogisch-sensitief en responsief? Leg je de lat hoog genoeg?

Martin van Rooij interviewt in deze video Lector Goed Leraarschap, Goed Leiderschap Anouke Bakx (Fontys Hogeschool) over het thema Kansengelijkheid.

Kansengelijkheid – Durf geloof in potentie uit te spreken

Hoe kun je ook de non-verbale kwaliteiten van kinderen herkennen, als taal daarbij zo’n grote rol spreekt? De ontwikkeling van de Nederlandse woordenschat vinden we vaak een maatstaf, maar dat zegt niet alles. We hebben de lat voor kinderen hoog te leggen. Moeten we kansrijk adviseren en plaatsen?

Martin van Rooij interviewt in deze video Joost van Caam (directeur-bestuurder SWV-PO, Amsterdam Diemen) over het thema Kansengelijkheid.

Kansengelijkheid – Wat is er nodig voor kansengelijkheid?

Hoe heeft de kansengelijkheid zich de laatste 10 jaar ontwikkeld? Wat gebeurt er in de praktijk? Waarom zijn er zoveel thuiszitters? Wat is er nu echt nodig?

Martin van Rooij interviewt in deze video Willy de Heer (Kenniscentrum Makkelijk Lerenden) over het thema Kansengelijkheid.

Kansengelijkheid – Welke voorzieningen zijn nodig?

Wat moet er aan het aanbod veranderen voor kansengelijkheid voor hoogbegaafden? De achtergrond van ouders mag geen rol spelen bij signaleren. En de financiële situatie van ouders geen rol bij het aanbod (van hulp).

Martin van Rooij interviewt in deze video Sima de Bruyn-Daoud (Directeur Stichting iQ+) over het thema Kansengelijkheid.