Kansengelijkheid – Scaffolding

Bij scaffolding werk je met een didactiek die specifiek gericht is op het stapsgewijs ondersteunen van de leerling bij het verwerven en toepassen van kennis een vaardigheden. Het Engelse woord scaffold betekent letterlijk steiger. En elke steiger is, als het goed is, tijdelijk van aard. Elke keer als de leerling laat zien weer een stapje verder gekomen te zijn, kun je voor dat specifieke onderdeeltje de ondersteuning weer afbouwen.

Het kenmerk van een goede steiger is dat deze niet alleen ondersteuning biedt, maar dat die ondersteuning precies aansluit bij wat er nodig is. Dat begint bij het vaststellen van een beginsituatie: Wat weet de leerling en kan de ook leerling inzetten?

Vervolgens controleer je, of je het beroep dat de leerling op je doet, ook goed hebt begrepen. Dus als de leerling een vraag stelt, dan ga je na of dat ook echt de vraag is. Vervolgens kun je dan aan de hand van gerichte instructie, het stellen van handige denkvragen en het geven van feedback de leerling verder helpen in zijn leerproces. De laatste stap is dat je nagaat of de leerling ook echt uit de voeten kan met de kennis en vaardigheid die zo is ontwikkeld.

Kansengelijkheid – Stereotypen

Als we spreken over stereotypen dan verwijzen we eigenlijk naar breed gedragen opvattingen over de eigenschappen en gedrag van mensen.

Vaak zijn stereotypen ontstaan aan de hand van een enkele waarneming en groeien beelden die aldus ontstaan uit naarmate andere mensen zo’n beeld overnemen. Maar het gevaarlijke aan stereotyperingen is dat het helemaal niet zo hoeft te zijn dat de beelden ook echt kloppen met de eigenschappen en het gedrag van de totale groep die ermee beschreven wordt.

Zo wordt bij hoogbegaafde leerlingen vaak gezegd dat ze sociaal onhandig zijn, dat het leren hen vanzelf afgaat of dat ze allemaal zwakke executieve vaardigheden hebben. Maar wie objectief naar de doelgroep kijkt, zal ontdekken dat geen van deze eigenschappen gelden voor de hele doelgroep. Sterker nog voor géén van de genoemde eigenschappen is onomstotelijk bewezen dat ze gelden voor alle begaafden en evenmín is bewezen dat eventuele eigenschappen alleen veroorzaakt worden door de hoge intelligentie. Daarnaast zijn er evenveel kinderen die deze eigenschappen hebben zonder dat de ze hoogbegaafd zijn.

Denken in stereotypen kan kinderen onterecht in een positie brengen waarmee hen passend onderwijs wordt onthouden en daarmee wordt voor deze leerlingen de kansengelijkheid om tot leren te komen in gevaar gebracht.

Webinar Alle kansen om te leren. Kansengelijkheid en hoogbegaafd.

In het schooljaar 2023-2024 organiseert het Kenniscentrum Hoogbegaafdheid een reeks webinars. De webinars hebben betrekking op de thema’s van de brochures die het Kenniscentrum uitbrengt. De webinars zijn, net als de brochures, bedoeld voor een breed publiek dat kennis wil maken met een specifieke thema.

Op 16 april 2024 vond het webinar Alle kansen om te leren! Kansengelijkheid en onderwijs aan leerlingen met kenmerken van begaafdheid plaats.

Gastspreker was Lineke van Tricht (Bureau Talent). Zij verzorgde de hoofdlezing. Panelleden waren Mirjam Mels (Directeur Beatrixschool Pendrecht), Erwin Dekker (Directeur Agnietenschool) en Han Elbers (Voorzitter college van bestuur VO Haaglanden).

Publicatie Kansengelijkheid: Alle kansen om te leren

In de multimediale brochures van het Kenniscentrum Hoogbegaafdheid belichten we telkens een ander thema. Het centrale thema van deze multimediale brochure is ‘Kansengelijkheid’.

Het Kenniscentrum Hoogbegaafdheid heeft als standpunt dat álle kinderen in Nederland, ongeacht hun afkomst (sociaal-economische status, huidskleur of migratieachtergrond) en/of hun capaciteiten het recht hebben om zich te kunnen ontwikkelen. Een vrije toegang tot passend onderwijs is daarvoor erg belangrijk. Daarmee neemt het Kenniscentrum Hoogbegaafdheid stelling in de discussie over kansengelijkheid en passend onderwijs. Dat willen we ook met deze brochure duidelijk maken.

Publicatie

Print of lees online

De multimediale brochures van het Kenniscentrum Hoogbegaafdheid kun je zowel printen als online lezen.

Wanneer je een print maakt van de brochure, kun je de video’s bekijken door met je mobiele telefoon of tablet de QR-code van de video te scannen. Je vindt alle video’s ook online in onze Kennisbank. Wanneer je kiest voor online lezen en video’s bekijken vind je alle informatie (artikel, tips en video’s) bij elkaar in de multimediale brochure.

Schooluitval – Wacht niet tot het misgaat

Interview met Wanda Glebbeek (jeugdhulpverlener en hoogbegaafdheidsspecialist bij Atalanta) over preventie en het herkennen van signalen. We wachten vaak met interventies tot het echt misgaat.

Deze video is gemaakt door het Kenniscentrum Hoogbegaafdheid voor de brochure ‘Thema 8; Uitval in het onderwijs van (hoog)begaafde leerlingen’ en onderdeel van een serie interviews door Martin van Rooij met (ervarings)deskundigen op dit thema.

Webinar Hoogbegaafde leerlingen in het VO

In het schooljaar 2023-2024 organiseert het Kenniscentrum Hoogbegaafdheid een reeks webinars. De webinars hebben betrekking op de thema’s van de brochures die het Kenniscentrum uitbrengt. De webinars zijn, net als de brochures, bedoeld voor een breed publiek dat kennis wil maken met een specifieke thema.

Op 16 mei 2024 verzorgde het Kenniscentrum Hoogbegaafdheid het webinar Hoogbegaafde leerlingen in het voortgezet onderwijs. Chelsea O’Brien en Bart Smoors (SG Huizermaat) verzorgden samen de hoofdlezing. Zij zoomden in op twee aspecten die beiden van groot belang zijn: identiteitsontwikkeling en cognitieve ontwikkeling. In de tweede helft van het webinar was er een panelgesprek waarin drie (ervarings)deskundigen elk vanuit hun eigen ervaring en perspectief in gingen op het thema.

Webinar Sociale en emotionele ontwikkeling van leerlingen met kenmerken van begaafdheid

In het schooljaar 2023-2024 organiseert het Kenniscentrum Hoogbegaafdheid een reeks webinars. De webinars hebben betrekking op de thema’s van de brochures die het Kenniscentrum uitbrengt. De webinars zijn, net als de brochures, bedoeld voor een breed publiek dat kennis wil maken met een specifieke thema.

Op 6 juni 2024 verzorgde het Kenniscentrum Hoogbegaafdheid het webinar ‘Sociale en emotionele ontwikkeling van leerlingen met kenmerken van begaafdheid’. Ragnild Zonneveld ging vanuit een evidence informed perspectief in op mythes en vooroordelen en deelde vanuit een practice informed perspectief voorbeelden van passende responsen op educatieve behoeften op dit gebied.

In de tweede helft van het webinar was er een panelgesprek waarin drie (ervarings)deskundigen elk vanuit hun eigen ervaring en perspectief in gingen op het thema. Panelleden waren Roosmarijn Van Alphen, Mickey Wagner en Willemien Eikelboom – van Wijngaarden.

Sociaal-emotionele ontwikkeling – Emotionele ontwikkeling

Met emotionele ontwikkeling bedoelen we de ontwikkeling van het vermogen je emoties en gevoelens te begrijpen en er op constructieve wijze mee om te kunnen gaan. Emoties zijn instinctief en sturen je gedrag aan. Je bent bang en dat zorgt ervoor dat je hard weg rent. Gevoelens zeggen iets over hoe je het beleeft: vond je het spannend, was je angstig of had je blinde paniek? Gevoelens worden onder andere gevormd door eerdere ervaringen en bijvoorbeeld culturele normen en waarden. In welke mate sta je open voor prikkels, hoe reageer je er op en hoe waardeer je wat er gebeurt? Je ontwikkelt daarmee een eigen visie en waardesysteem. Belangrijk in de emotionele ontwikkeling is het herkennen, begrijpen, verwoorden, uiten en reguleren van je eigen emoties en gevoelens. Als je dit goed kunt, draagt dat bij aan alle andere ontwikkelingsgebieden.

Sociaal-emotionele ontwikkeling – Emotieregulatie en executieve functies

Emotieregulatie is een factor die samenhangt met een andere bekende parapluterm: de executieve functies. Executieve functies gaan over de complexe en brede processen die nodig zijn om doelgericht acties uit te voeren. De drie kernfuncties zijn werkgeheugen, cognitieve flexibiliteit en inhibitie. Inhibitie – het vermogen eigen gedrag en gedachten op tijd te stoppen – hangt nauw samen met zelfregulatie: het reguleren van eigen emoties, gedrag en gedachten. In het geval van emotieregulatie leer je je eigen emoties op de juiste wijze te sturen en verwerken, zodat ze je niet belemmeren in je handelen. Natuurlijk hangt dit samen met je vermogen je gedachten en je gedrag te sturen. De inhibitie maakt een snelle en gevoelige ontwikkeling door in de voor- en vroegschoolse periode, waardoor problemen in de ontwikkeling van inhibitie ook op latere leeftijd een rol kunnen blijven spelen. Er is overigens geen relatie tussen intelligentie en inhibitie in aanleg; ook hier is het de omgeving die bepalend is voor de ontwikkeling en eventuele knelpunten.

Sociaal-emotionele ontwikkeling – Emotionele intensiteit

Met emotionele intensiteit bedoelen we het intens beleven van de wereld en je eigen emoties en gevoelens. Dit heeft raakvlakken met hoogsensitiviteit: hoogsensitieve mensen zijn gevoeliger voor prikkels, dus ook voor emotionele prikkels. Dat kan in een niet passende omgeving leiden tot bijvoorbeeld overprikkeldheid, stress en bijvoorbeeld angst of depressie. In de big five vinden we dit in twee factoren terug. De eerste factor is openheid: de mate waarin je open staat voor nieuwe ideeën, gebeurtenissen enzovoort. De tweede factor is stabiliteit: in hoeverre ben je gevoelig voor emotionele instabiliteit en negatieve gevoelens als angst, depressie, zelftwijfel en irritatie. Intensiteit en stabiliteit is dus niet hetzelfde: je kunt intens en tegelijk stabiel zijn, maar ook intens en minder stabiel. Ook de emotionele woordenschat speelt een rol: op het moment dat je je gevoelens genuanceerder kan verwoorden, kan het lijken alsof je meer verschillende emoties ervaart dan iemand die een minder grote emotionele woordenschat heeft.