Brochure Peergrouponderwijs

In de multimediale brochures van het Kenniscentrum Hoogbegaafdheid belichten we telkens een ander thema. Het centrale thema van deze multimediale brochure is ‘Peergrouponderwijs.

Peergrouponderwijs biedt voor leerlingen met kenmerken van (hoog)begaafdheid de ruimte om die sociale betekenis van het onderwijs te leren herkennen. Dat gaat alleen niet vanzelf, daar moeten we wél wat voor doen … en daar gaat deze brochure over.

Interviews

In deze brochure zijn net als anders weer verschillende interviews opgenomen waarin betrokkenen vanuit hun eigen perspectief vertellen hoe zij aankijken tegen peergrouponderwijs en wat het voor hen betekent om dit te organiseren en verzorgen. Er is ook een ouder aan het woord die vanuit de persoonlijke ervaringen van hun kind vertelt hoe belangrijk peers zijn en aansluiting met andere kinderen. Peergrouponderwijs biedt daar zoals gezegd heel veel verschillende mogelijkheden voor. Minka Dumont geeft tips hoe leraren kunnen differentiëren en waar je rekening mee kunt houden als je zelf peergrouponderwijs wilt starten. Anja de Groot maakte deze keer de tips voor ouders.

Deepdives

De deepdives komen van Ilse Wassenaar en Quen van Meer. Ilse beschrijft hoe je zelf als leraar uitdagende taken kunt ontwikkelen die geschikt zijn voor peergrouponderwijs. Quen beschrijft hoe peercontact bijdraagt aan het functioneren en welbevinden van leerlingen met kenmerkenvan (hoog)begaafdheid.

Publicatie

Print of lees online

De multimediale brochures van het Kenniscentrum Hoogbegaafdheid kun je zowel printen als online lezen.

Wanneer je een print maakt van de brochure, kun je de video’s bekijken door met je mobiele telefoon of tablet de QR-code van de video te scannen. Je vindt alle video’s ook online in onze Kennisbank. Wanneer je kiest voor online lezen en video’s bekijken vind je alle informatie (artikel, tips en video’s) bij elkaar in de multimediale brochure.

Peergrouponderwijs – Leergedragondersteunende strategieën

Onder leergedragondersteunende strategieën verstaan we alle leer- en studievaardigheden die leerlingen nodig hebben om aan een taak te kunnen beginnen en deze tot een goed einde te kunnen brengen. Hieronder kun je de zogenoemde executieve vaardigheden verstaan (denk aan taakinitiatie, doelgericht gedrag en volgehouden aandacht en ook het vermogen om je denken en handelen te organiseren), maar ook het op een handige manier kunnen of overleggen met andere leerlingen, op een passend moment en op een passende wijze om hulp vragen.

Peergrouponderwijs – Onderleren/onderpresteren

Onderleren en onderpresteren hebben met elkaar te maken, maar zijn wel twee verschillende dingen.

Onder onderpresteren verstaan we minder presteren dan je op grond van een vermeend ontwikkelingspotentieel zou kunnen, waarbij een deel van deze leerlingen ook beneden het groepsgemiddelde presteert.

Onder onderleren verstaan we leerlingen die minder leren dan dat ze op grond van hun ontwikkelingspotentieel zouden kunnen. Er zijn leerlingen die ten opzichte van de gemiddelde leerlingen of de andere academisch sterke leerlingen nog steeds goed presteren, maar eigenlijk nauwelijks leren. Dat zijn de leerlingen die veelal hoog scoren en foutloos werken. Leerlingen die onderleren ervaren dat de context waarin zij op school functioneren onvoldoende een beroep doet op hun eigen capaciteiten en benoemen deze mismatch vaak als ze daarover in een veilige situatie in gesprek kunnen gaan.

Peergrouponderwijs – Heterogene groep/heterogene setting

Onder heterogeen verstaan we de onderlinge verschillen tussen individuen. Bij een heterogene groep of een heterogene setting gaat het er dus om dat de leerlingen die hierin functioneren sterk van elkaar kunnen verschillen. Die verschillen kunnen zowel het didactisch niveau als hun leervaardigheid betreffen.

Peergrouponderwijs – Zwaarbelaste groep

Er is sprake van een zwaarbelaste groep als er bijvoorbeeld veel leerlingen in een groep zitten die op een of meerdere ontwikkelingsgebieden veel intensieve ondersteuning nodig hebben. Maar zwaarbelast kan ook verwijzen naar de pedagogische samenstelling van de groep waarin de interactie tussen leerlingen onderling een zeer groot beroep doet op het pedagogische en/of organisatorische vermogen van de leraar.

Door deze zware belasting heeft de leraar dan minder kansen en gelegenheid om leerlingen individueel meer aandacht te geven. Daarbij ontstaat er een dilemma met betrekking tussen dat wat maximaal wenselijk is voor een leerling en dat wat maximaal haalbaar is in de gegeven context.

Peergrouponderwijs – Paradigma

Het begrip paradigma verwijst naar een verzameling van theorieën die verschijnselen in de praktijk kunnen verklaren of die in de praktijk het handelen onderbouwen. In het huidige onderwijskundige paradigma ligt er een groot accent op zelfregulatie, leren creatief te denken en tot oplossingen te komen, samen werken, eigen initiatief et cetera.

Peergrouponderwijs – Medisch model denken

Het medisch model denken komt, zoals de term al zegt, uit de medische wetenschap. Daarin staat het precies verklaren van een probleem en op grond daarvan het kunnen labelen van een probleem centraal voordat er tot handelen overgegaan kan worden.
In het onderwijs aan leerlingen met kenmerken van (hoog)begaafdheid leidt deze aanpak tot een sterke behoefte aan de formele identificatie van begaafdheid voordat er aanpassingen in de leerstof aangeboden worden.

Peergrouponderwijs – Formele identificatie

Begaafdheid wordt niet gediagnosticeerd maar geïdentificeerd. Diagnosticeren is voorbehouden aan situaties waarbij er mogelijk sprake is van een leer- of ontwikkelingsstoornis. Identificeren gaat over het herkennen van een verzameling kenmerken en eigenschappen die samen naar een bepaalde vorm van gedrag of aanleg verwijzen, in dit geval mogelijke (hoog) begaafdheid. In het onderwijs wordt ook wel gesproken over “schooldiagnostiek”. Dat betreft het proces waarbinnen de schoolse context en binnen de bevoegdheden van een leraar geobserveerd wordt in hoeverre gedrag en resultaten van een leerling passen bij een specifiek beeld, bijvoorbeeld (hoog)begaafdheid.

Peergrouponderwijs – Zelfregulerend leren

Als leerlingen zelfregulerend leren dan stellen ze zelf hun doelen, selecteren ze zelf welke taken en opdrachten passend zijn om de gekozen doelen te behalen en organiseren zij hun eigen handelen zodanig dat dit ook realistisch en haalbaar is. Om dit te kunnen doen is de ontwikkeling van metacognitie (op een reflecterende wijze kunnen kijken naar je eigen (leer)gedrag) een eerste vereiste. Vervolgens is het meer in het algemeen kunnen reguleren van het eigen gedrag vereist en pas als dat goed is ontwikkeld kunnen leerlingen ook zelfregulerend leren.

Peergrouponderwijs – Funderend onderwijs

Onder het funderend onderwijs verstaan we zoals het basis als het voortgezet onderwijs waarin het fundament wordt gelegd voor het verdere leren en ook voor het latere functioneren in de samenleving.