Skip to content

Wat verstaan we onder… betrouwbaarheidsinterval?

Het betrouwbaarheidsinterval bij intelligentieonderzoek geeft aan in welk bereik de werkelijke IQ-score van een persoon waarschijnlijk ligt, rekening houdend met meetfouten en onzekerheid. Een gemeten IQ is namelijk nooit exact; er is altijd een marge van onzekerheid. Bijvoorbeeld, een IQ van 110 met een betrouwbaarheidsinterval van ±5 betekent dat de werkelijke score waarschijnlijk tussen 105 en 115 ligt, meestal met een betrouwbaarheidsniveau van 95%. Het gebruik van betrouwbaarheidsintervallen voorkomt dat conclusies te strikt of absoluut worden getrokken op basis van één testscore en helpt bij het maken van meer onderbouwde beslissingen over onderwijs, begeleiding en diagnostiek.