Onder leergedragondersteunende strategieën verstaan we alle leer- en studievaardigheden die leerlingen nodig hebben om aan een taak te kunnen beginnen en deze tot een goed einde te kunnen brengen. Hieronder kun je de zogenoemde executieve vaardigheden verstaan (denk aan taakinitiatie, doelgericht gedrag en volgehouden aandacht en ook het vermogen om je denken en handelen te organiseren), maar ook het op een handige manier kunnen of overleggen met andere leerlingen, op een passend moment en op een passende wijze om hulp vragen.
Peergrouponderwijs – Onderleren/onderpresteren
Onderleren en onderpresteren hebben met elkaar te maken, maar zijn wel twee verschillende dingen.
Onder onderpresteren verstaan we minder presteren dan je op grond van een vermeend ontwikkelingspotentieel zou kunnen, waarbij een deel van deze leerlingen ook beneden het groepsgemiddelde presteert.
Onder onderleren verstaan we leerlingen die minder leren dan dat ze op grond van hun ontwikkelingspotentieel zouden kunnen. Er zijn leerlingen die ten opzichte van de gemiddelde leerlingen of de andere academisch sterke leerlingen nog steeds goed presteren, maar eigenlijk nauwelijks leren. Dat zijn de leerlingen die veelal hoog scoren en foutloos werken. Leerlingen die onderleren ervaren dat de context waarin zij op school functioneren onvoldoende een beroep doet op hun eigen capaciteiten en benoemen deze mismatch vaak als ze daarover in een veilige situatie in gesprek kunnen gaan.
Peergrouponderwijs – Heterogene groep/heterogene setting
Onder heterogeen verstaan we de onderlinge verschillen tussen individuen. Bij een heterogene groep of een heterogene setting gaat het er dus om dat de leerlingen die hierin functioneren sterk van elkaar kunnen verschillen. Die verschillen kunnen zowel het didactisch niveau als hun leervaardigheid betreffen.
Peergrouponderwijs – Zwaarbelaste groep
Er is sprake van een zwaarbelaste groep als er bijvoorbeeld veel leerlingen in een groep zitten die op een of meerdere ontwikkelingsgebieden veel intensieve ondersteuning nodig hebben. Maar zwaarbelast kan ook verwijzen naar de pedagogische samenstelling van de groep waarin de interactie tussen leerlingen onderling een zeer groot beroep doet op het pedagogische en/of organisatorische vermogen van de leraar.
Door deze zware belasting heeft de leraar dan minder kansen en gelegenheid om leerlingen individueel meer aandacht te geven. Daarbij ontstaat er een dilemma met betrekking tussen dat wat maximaal wenselijk is voor een leerling en dat wat maximaal haalbaar is in de gegeven context.
Peergrouponderwijs – Paradigma
Het begrip paradigma verwijst naar een verzameling van theorieën die verschijnselen in de praktijk kunnen verklaren of die in de praktijk het handelen onderbouwen. In het huidige onderwijskundige paradigma ligt er een groot accent op zelfregulatie, leren creatief te denken en tot oplossingen te komen, samen werken, eigen initiatief et cetera.
Peergrouponderwijs – Medisch model denken
Het medisch model denken komt, zoals de term al zegt, uit de medische wetenschap. Daarin staat het precies verklaren van een probleem en op grond daarvan het kunnen labelen van een probleem centraal voordat er tot handelen overgegaan kan worden.
In het onderwijs aan leerlingen met kenmerken van (hoog)begaafdheid leidt deze aanpak tot een sterke behoefte aan de formele identificatie van begaafdheid voordat er aanpassingen in de leerstof aangeboden worden.
Peergrouponderwijs – Formele identificatie
Begaafdheid wordt niet gediagnosticeerd maar geïdentificeerd. Diagnosticeren is voorbehouden aan situaties waarbij er mogelijk sprake is van een leer- of ontwikkelingsstoornis. Identificeren gaat over het herkennen van een verzameling kenmerken en eigenschappen die samen naar een bepaalde vorm van gedrag of aanleg verwijzen, in dit geval mogelijke (hoog) begaafdheid. In het onderwijs wordt ook wel gesproken over “schooldiagnostiek”. Dat betreft het proces waarbinnen de schoolse context en binnen de bevoegdheden van een leraar geobserveerd wordt in hoeverre gedrag en resultaten van een leerling passen bij een specifiek beeld, bijvoorbeeld (hoog)begaafdheid.
Peergrouponderwijs – Zelfregulerend leren
Als leerlingen zelfregulerend leren dan stellen ze zelf hun doelen, selecteren ze zelf welke taken en opdrachten passend zijn om de gekozen doelen te behalen en organiseren zij hun eigen handelen zodanig dat dit ook realistisch en haalbaar is. Om dit te kunnen doen is de ontwikkeling van metacognitie (op een reflecterende wijze kunnen kijken naar je eigen (leer)gedrag) een eerste vereiste. Vervolgens is het meer in het algemeen kunnen reguleren van het eigen gedrag vereist en pas als dat goed is ontwikkeld kunnen leerlingen ook zelfregulerend leren.
Peergrouponderwijs – Funderend onderwijs
Peergrouponderwijs – Psychologische identificatie
Psychologische identificatie is het vergroten van gevoelens van eigenwaarde door zich te vereenzelvigen met een persoon van aanzien. Met andere woorden: identiteit ontwikkelen mensen in interactie met anderen en daarbij is het relevant dat er betekenisvolle anderen zijn in je omgeving waaraan een mens zich kan spiegelen en waarvan je ook kunt denken: “zo zou ik ook graag willen zijn” of “dat zou ik ook graag willen snappen of kunnen”.