Karen werkt veel met leerlingen die uitvallen in het vo, dat zijn regelmatig hoogbegaafde leerlingen. Zij komen in beeld als ze niet de cijfers halen die er van ze verwacht worden. Ze vertelt waar het fout gaat met deze leerlingen.
Martin van Rooij interviewt in deze video Karen Streefland (begeleider passend onderwijs bij de Ambulant Educatieve Dienst, Leiden) over haar ervaringen met hoogbegaafde leerlingen die het moeilijk hebben op het vo.
Karen vertelt dat ze in de begeleiding van de hoogbegaafde leerlingen breder kijken dan alleen naar cognitie. En over het temperen van de verwachtingen van de ouders en de school. Van school hoort ze vaak: “Hij wil niet”. Maar het gaat vaak om “nog niet kunnen.” Wat doe je dan als bovenschools begeleider?
Martin van Rooij interviewt in deze video Karen Streefland (begeleider passend onderwijs bij de Ambulant Educatieve Dienst, Leiden) over haar ervaringen met hoogbegaafde leerlingen die het moeilijk hebben op het vo.
Christa vertelt over hoe de overgang van het po naar het vo verloopt voor hoogbegaafde leerlingen. Waar leerlingen in het po hun gang konden gaan, zijn er andere verwachtingen in het vo en lopen hoogbegaafde leerlingen vaak tegen problemen aan. Ook omdat ze in het vo minder individuele aandacht krijgen in de klas.
Martin van Rooij interviewt in deze video Christa Kniest (begeleider onderwijs vo voor o.a. hoogbegaafde leerlingen en steunpuntcoördinator overgang po/vo, SWV Passend Onderwijs Almere) over de overgang van het po naar po voor hoogbegaafde leerlingen.
Christa vertelt dat leraren in het vo vaak meer kennis nodig hebben over hoogbegaafdheid. Ze weten bijvoorbeeld niet dat deze leerlingen anders leren: “Als jij zo goed kan leren, dan moet je gewoon achten en negens halen.” Maar zo simpel is het niet.
Martin van Rooij interviewt in deze video Christa Kniest (begeleider onderwijs vo voor o.a. hoogbegaafde leerlingen en steunpuntcoördinator overgang po/vo, SWV Passend Onderwijs Almere) over de overgang van het po naar po voor hoogbegaafde leerlingen.
In deze deepdive vertelt Lilian Snijders (trainer didactisch coachen, opleider Beeldcoaching, ECHA-specialist) dat als leerlingen op het vo komen ze ineens weer de ‘kleinste’ leerlingen zijn. Ze waren gewend om makkelijk te leren, maar lopen nu vaak tegen uitdagingen aan. Extra aandacht voor de ontwikkeling van hun executieve functies is dan belangrijk.
In deze deepdive vertelt Lilian Snijders (trainer didactisch coachen, opleider Beeldcoaching, ECHA-specialist) over aandachtspunten bij de instroom en doorstroom in het vo van hoogbegaafde leerlingen.
In deze deepdive vertelt Ophélie Desmet (directeur Center for Gifted Studies, Valdosta State University, VS) over de ontwikkelingstheorie van Erik Erikson die je kunt gebruiken om de identiteitsontwikkeling van leerlingen beter te begrijpen.
Een deficiëntie is een tekort. Een beschikbaarheidsdeficiëntie verwijst in de context van de brochure over begaafdheid in het vo, naar een tekort aan een bepaalde vorm van kennis of vaardigheid waardoor een leerling een taak niet kan oplossen of aanpakken.
Iemand die een scheef beeld heeft van wat begaafdheid inhoud zou dit wellicht vreemd kunnen vinden. Want hoe kan het dan dat een leerling, die toch alles mee zou moeten hebben, iets toch niet kan? Het antwoord is simpel: begaafdheid is niet een synoniem voor alles al kunnen en weten. Het verwijst, aan de cognitieve kant van het leerproces, slechts naar het vermogen van een leerling om zich complexe leerinhouden met behulp van een voor de leerling passende van instructie en ondersteuning in een relatief hoog tempo eigen te kunnen maken. Ergo: de leerling moet kennis en vaardigheden wel kunnen en mogen leren voordat we kunnen verwachten dat de leerling dit ook kan inzetten.
Een productiedeficiëntie verwijst naar een situatie waarin de leerling wel over de juiste kennis en vaardigheden beschikt, maar deze niet altijd op het juiste moment, op de juiste wijze inzet.
Onderzoek van Figg en anderen naar het gebruik van tekstreductiestrategieën door begaafde leerlingen maakte bijvoorbeeld zichtbaar dat bij onderpresterende begaafde leerlingen het niet ging om het niet beschikken over de juiste strategieën, maar over het niet op de juiste wijze inzetten van die strategieën. Daardoor vielen bij onderpresterende begaafde leerlingen in hun onderzoek de prestaties tegen, ten opzichte van de goed presterende begaafde leerlingen.
Bij verwachtingspatronen gaat het erom dat er iets van een mens verwacht wordt op basis van eerder getoond gedrag of eerder geleverde prestaties.
Stel dat een leerling op school heeft laten zien taalkundig heel sterk te zijn, dan kan een leraar op grond daarvan verwachten dat als je deze de leerling een complexe taalkundige opdracht geeft, de leerling deze opdracht goed kan maken. Als de leerling vervolgens bij herhaling laat zien succesvol te zijn bij complexe taalkundige taken, dan groeit er een patroon waarbij de leraar van de leerling deze goede prestatie ook gaat verwachten.
De leerling zelf zal meegroeien in datzelfde verwachtingspatroon en van zichzelf ook die goede prestatie gaan verwachten. Maar sterk zijn op het talige vlak, betekent niet automatisch dat een leerling ook op alle andere vakgebieden datzelfde ontwikkelingspotentieel heeft. Toch kan het zijn dat we dit wel gaan verwachten of dat de leerling denkt dat we dit verwachten.
Als de leerling denkt dat we dit verwachten, maar dit in werkelijkheid niet checkt of dat ook echt zo is, dan is er sprake van een geprojecteerd verwachtingspatroon.
Om de beste ervaringen te bieden, gebruiken wij technologieën zoals cookies om informatie over je apparaat op te slaan en/of te raadplegen. Door in te stemmen met deze technologieën kunnen wij gegevens zoals surfgedrag of unieke ID's op deze site verwerken. Als je geen toestemming geeft of uw toestemming intrekt, kan dit een nadelige invloed hebben op bepaalde functies en mogelijkheden.
Functioneel
Altijd actief
De technische opslag of toegang is strikt noodzakelijk voor het legitieme doel het gebruik mogelijk te maken van een specifieke dienst waarom de abonnee of gebruiker uitdrukkelijk heeft gevraagd, of met als enig doel de uitvoering van de transmissie van een communicatie over een elektronisch communicatienetwerk.
Voorkeuren
De technische opslag of toegang is noodzakelijk voor het legitieme doel voorkeuren op te slaan die niet door de abonnee of gebruiker zijn aangevraagd.
Statistieken
De technische opslag of toegang die uitsluitend voor statistische doeleinden wordt gebruikt.De technische opslag of toegang die uitsluitend wordt gebruikt voor anonieme statistische doeleinden. Zonder dagvaarding, vrijwillige naleving door je Internet Service Provider, of aanvullende gegevens van een derde partij, kan informatie die alleen voor dit doel wordt opgeslagen of opgehaald gewoonlijk niet worden gebruikt om je te identificeren.
Marketing
De technische opslag of toegang is nodig om gebruikersprofielen op te stellen voor het verzenden van reclame, of om de gebruiker op een site of over verschillende sites te volgen voor soortgelijke marketingdoeleinden.