Schooluitval – Hulpverlening

Interview met Mia Frumau (GZ-psycholoog, PFF Centrum voor Hoog ontwikkelingsPotentieel) over het verloop van het proces, en de betrokken partijen, bij kinderen en jongeren die thuis komen te zitten.

Deze video is gemaakt door het Kenniscentrum Hoogbegaafdheid voor de brochure ‘Thema 8; Uitval in het onderwijs van (hoog)begaafde leerlingen’ en onderdeel van een serie interviews door Martin van Rooij met (ervarings)deskundigen op dit thema.

Schooluitval – De omvang van het probleem

Interview met Mia Frumau (GZ-psycholoog, PFF Centrum voor Hoog ontwikkelingsPotentieel) over de ontwikkeling die ze zit in de problematiek van thuiszitters.

Deze video is gemaakt door het Kenniscentrum Hoogbegaafdheid voor de brochure ‘Thema 8; Uitval in het onderwijs van (hoog)begaafde leerlingen’ en onderdeel van een serie interviews door Martin van Rooij met (ervarings)deskundigen op dit thema.

Schooluitval – Leer ze zien

Interview met Mia Frumau (GZ-psycholoog, PFF Centrum voor Hoog ontwikkelingsPotentieel) die steeds meer kinderen en jongeren tussen de wal en het schip ziet vallen en zich in haar praktijk inzet om kinderen van ‘rups’ zich te laten ontwikkelen tot vlinder. Hoe doet ze dat?

Deze video is gemaakt door het Kenniscentrum Hoogbegaafdheid voor de brochure ‘Thema 8; Uitval in het onderwijs van (hoog)begaafde leerlingen’ en onderdeel van een serie interviews door Martin van Rooij met (ervarings)deskundigen op dit thema.

Schooluitval – Wat doet thuiszitten met je als ouder?

Interview met Inge Briedé (ouder van twee hoogbegaafde kinderen die thuis kwamen te zitten) over de enorme impact op de ouders en het gezin als een kind (langdurig) thuiszit (en de aanloop daar naartoe).

Deze video is gemaakt door het Kenniscentrum Hoogbegaafdheid voor de brochure ‘Thema 8; Uitval in het onderwijs van (hoog)begaafde leerlingen’ en onderdeel van een serie interviews door Martin van Rooij met (ervarings)deskundigen op dit thema.

Schooluitval – Adviezen aan andere ouders

Interview met Inge Briedé (ouder van twee hoogbegaafde kinderen die thuis kwamen te zitten) waarin ze adviezen geeft aan ouders met een kind in de basisschoolleeftijd dat dreigt uit te vallen of thuiszit.

Deze video is gemaakt door het Kenniscentrum Hoogbegaafdheid voor de brochure ‘Thema 8; Uitval in het onderwijs van (hoog)begaafde leerlingen’ en onderdeel van een serie interviews door Martin van Rooij met (ervarings)deskundigen op dit thema.

Schooluitval – ‘Het was een zoektocht vanaf groep 3.’

Interview met Inge Briedé (ouder van twee hoogbegaafde kinderen die thuis kwamen te zitten) over de bewogen zoektocht naar passend onderwijs. Bij haar oudste zoon kwam in groep 3 het leesproces niet op gang.

Deze video is gemaakt door het Kenniscentrum Hoogbegaafdheid voor de brochure ‘Thema 8; Uitval in het onderwijs van (hoog)begaafde leerlingen’ en onderdeel van een serie interviews door Martin van Rooij met (ervarings)deskundigen op dit thema.

Schooluitval – De Liaan: Een voorziening voor thuiszitters

Agnes van der Beek (Specialist Begaafdheid) over ‘De Liaan’, een lesvoorziening voor thuiszitters van samenwerkingsverband 2305 PO, uitgevoerd door het Kenniscentrum HB. Hoogbegaafde leerlingen met bijkomende problematiek worden hier via een intensief programma teruggeleid naar de basisschool.

Deze video is gemaakt door het Kenniscentrum Hoogbegaafdheid voor de brochure ‘Thema 8; Uitval in het onderwijs van (hoog)begaafde leerlingen’ en onderdeel van een serie interviews door Martin van Rooij met (ervarings)deskundigen op dit thema.

Schooluitval – Als de leerling eenmaal thuiszit

Interview met Agnes van der Beek (Specialist Begaafdheid) over het (blijven) begeleiden van thuiszitters en het programma van ‘De Liaan’ in Zwolle om kinderen terug te leiden naar de basisschool.

Deze video is gemaakt door het Kenniscentrum Hoogbegaafdheid voor de brochure ‘Thema 8; Uitval in het onderwijs van (hoog)begaafde leerlingen’ en onderdeel van een serie interviews door Martin van Rooij met (ervarings)deskundigen op dit thema.

Schooluitval – Copingmechanismen

Copingmechanismen zijn manieren waarop je als mens omgaat met situaties die spanning bij je oproepen, situaties waarin je voor problemen gesteld wordt en die je moet aanpakken om weer verder te kunnen. Er zijn heel verschillende soorten copingmechanismen. Zo kun je dingen actief aanpakken en oplossen, sociale steun zoeken of op een handige manier je emoties uiten. In dat geval is er sprake van gezonden copingstrategieën. Maar er zijn ook minder handige of zelfs ongezonde copingstrategieën. Daarbij kun je denken aan probleemvermijdend gedrag of het zoeken van verdoving in drank of drugs of vervallen in vervallen in passiviteit of depressiviteit.

Leerlingen die thuiszitten hebben veelal in het verleden echt geprobeerd hun problemen op te lossen maar zijn daarin niet geslaagd. Dat betekent niet altijd dat ze de verkeerde strategie gekozen hebben. Het kan ook zo zijn dat hun strategie aanvankelijk wel passend was bij de situatie als zodanig, maar dat de partij die zij in dit proces geprobeerd hebben te activeren een ander beeld had van wat de oplossing zou moeten zijn. Het kan ook zo zijn dat de leerling geprobeerd heeft de dingen vooral zelf op te lossen vanuit de misvatting dat hulpvragen niet de gewenste aanpak voor een begaafde leerling is of dat hun vraag om support niet herkend is door de omgeving.

Schooluitval – Goodness-of-fit

Goodness-of-fit heeft te maken met afstemming tussen individu en de omgeving. In het onderwijs gaat goodness-of-fit om het passend maken van de gehele pedagogische en didactische situatie. Goodness-of-fit betref dan niet alleen het leerstofaanbod of de mate van instructie, maar ook de kansen voor de leerling om onderdeel uit te maken van een veilige sociale en emotionele omgeving. Denk dan bijvoorbeeld aan kansen om ontwikkelingsgelijken te treffen, maar ook aan kansen om op school een vertrouwenspersoon te kunnen vinden. Of een leerling een echte vertrouwenspersoon kan vinden in de school heeft niet alleen te maken met of er iemand is die op zijn deur een bordje met ‘vertrouwenspersoon’ heeft staan.

Begaafde leerlingen zijn gevoelig voor oprechte relaties en kiezen graag zelf de mensen uit die ze vertrouwen. Voor elke begaafde leerling ligt die goodness-of-fit weer net een beetje anders. Er is dus niet zoiets als een set vaste criteria die die goodness-of fit voor elke leerling bepalen. Goodness-of-fit is ook wat anders dan zorgen dat ‘het vooral leuk is’ of zorgen dat de leerling vooral ‘geen tegenwind ervaart’. Het gaat om een zorgvuldige afstemming tussen dat wat de leerling nodig heeft om zich te kunnen ontwikkelen en het antwoord dat de omgeving voor die individuele leerling kan bieden.