Basisboek – Podcast 7 Leonieke Boogaard & Sima de Bruijn-Daoud over het herkennen van (hoog)begaafde leerlingen met een migratieachtergrond

Bij het ‘Basisboek (Hoog)begaafdheid voor po en vo’ zijn meer dan 30 podcasts opgenomen die allemaal een relatie hebben met een thema in het boek. Deze serie ‘(Hoog)begaafdheid in het po en vo’ kun je vinden in onze Kennisbank en op de bekende podcastkanalen.

In deze podcast een interview met Leonieke Boogaard en Sima de Bruijn-Daoud. Leonieke is bestuurslid van de Koepel Hoogbegaafdheid en het kwaliteitsregister Hoogbegaafdheid. Sima is oprichter en directeur van de Stichting IQ-plus. Deze stichting richt zich op het begeleiden van iedereen die te maken heeft met hoogbegaafdheid in onderwijs en opvoeding. Een van de speciale aandachtspunten voor hen beiden is het herkennen van kenmerken van (hoog)begaafdheid bij leerlingen met een migratieachtergrond, over dat onderwerp gaat dit gesprek.

Basisboek – Podcast 6 Yvonne den Boer & Hanneke van Dassler over schooluitval van (hoog)begaafde leerlingen

Bij het ‘Basisboek (Hoog)begaafdheid voor po en vo’ zijn meer dan 30 podcasts opgenomen die allemaal een relatie hebben met een thema in het boek. Deze serie ‘(Hoog)begaafdheid in het po en vo’ kun je vinden in onze Kennisbank en op de bekende podcastkanalen.

Yvonne den Boer is directeur geweest van een voltijdsschool voor hoogbegaafdheidonderwijs. Daarnaast was zij verbonden aan Hogeschool Windesheim. Op dit moment is zij lid van de Raad van Toezicht van NTCN. Hanneke van Dassler is werkzaam als psycholoog in een adviespraktijk met een specialisatie gericht op leerlingen met kenmerken van (hoog)begaafdheid. In het gesprek gaat het onder andere over kinderen die uitvallen of dreigen uit te vallen op school.

Basisboek – Podcast 5 Jessica Pootjes over het herkennen van slimme meisjes

Bij het ‘Basisboek (Hoog)begaafdheid voor po en vo’ zijn meer dan 30 podcasts opgenomen die allemaal een relatie hebben met een thema in het boek. Deze serie ‘(Hoog)begaafdheid in het po en vo’ kun je vinden in onze Kennisbank en op de bekende podcastkanalen.

Gast in deze vijfde podcast is Jessica Pootjes. Jessica is moeder van twee slimme dochters en werkzaam als bovenschools specialist hoogbegaafdheid. In haar werk is ze leraar in een plusgroep en houdt zij zich ook bezig met het zo passend mogelijk maken van het onderwijs aan alle leerlingen met kenmerken van (hoog)begaafdheid binnen de stichting waarvoor zij werkt. In het gesprek staat het herkennen van slimme meisjes centraal.

Basisboek – Podcast 4 Sabrine Jansma over het herkennen van (hoog)begaafde kinderen met een lage SES en/of migratieachtergrond

Bij het ‘Basisboek (Hoog)begaafdheid voor po en vo’ zijn meer dan 30 podcasts opgenomen die allemaal een relatie hebben met een thema in het boek. Deze serie ‘(Hoog)begaafdheid in het po en vo’ kun je vinden in onze Kennisbank en op de bekende podcastkanalen.

Gast in de vierde aflevering is Sabrine Jansma. Sabrine is leraar en specialist hoogbegaafdheid. Zij is bovenschools werkzaam als specialist begaafdheid en specialist dubbel bijzondere leerlingen. Zij geeft les in een van de bovenschoolse plusklassen. Daarnaast is zij vraagbaak voor alle collega’s uit het samenwerkingsverband waar het deze leerlingen betreft. In het gesprek gaan we in op de vraag hoe (hoog)begaafde kinderen met een lage sociaaleconomische status en/of migratieachtergrond herkend kunnen worden door de scholen.

Basisboek – Podcast 3 Anouke Bakx over concepten van begaafdheid

Bij het ‘Basisboek (Hoog)begaafdheid voor po en vo’ zijn meer dan 30 podcasts opgenomen die allemaal een relatie hebben met een thema in het boek. Deze serie ‘(Hoog)begaafdheid in het po en vo’ kun je vinden in onze Kennisbank en op de bekende podcastkanalen.

Gast in deze derde podcast is Anouke Bakx. Zij is lector bij Fontys Hogeschool en vooral betrokken bij de lerarenopleidingen en bijzonder hoogleraar bij Tilburg University op het terrein van hoogbegaafdheid. Verder is zij bestuurslid van NTCN. Het thema van dit interview is concepten van begaafdheid: welke ontwikkelingen zijn waarneembaar en wat kunnen deze ontwikkelingen voor de onderwijspraktijk betekenen?

Basisboek – Podcast 2 Grethe van Geffen & Wendy Haanschoten over hoogbegaafde volwassenen en kinderen

Bij het ‘Basisboek (Hoog)begaafdheid voor po en vo’ zijn meer dan 30 podcasts opgenomen die allemaal een relatie hebben met een thema in het boek. Deze serie ‘(Hoog)begaafdheid in het po en vo’ kun je vinden in onze Kennisbank en op de bekende podcastkanalen.

Te gast in deze podcast zijn Grethe van Geffen en Wendy Haanschoten. Wendy is voorzitter van Mensa Nederland. Grethe is voorzitter van het Mensafonds Nederland. Samen gaan zij in op wat zowel Mensa als het Mensafonds kunnen betekenen voor hoogbegaafde volwassenen en kinderen. Daarnaast leggen ze uit waarom de recent verwezenlijkte leerstoel ‘Hoogbegaafdheid, Transities en Maatschappelijk Impact’ aan de universiteit van Tilburg belangrijk is.

Basisboek – Podcast 1 Lianne Hoogeveen over concepten van begaafdheid

Bij het ‘Basisboek (Hoog)begaafdheid voor po en vo’ zijn meer dan 30 podcasts opgenomen die allemaal een relatie hebben met een thema in het boek. Deze serie ‘(Hoog)begaafdheid in het po en vo’ kun je vinden in onze Kennisbank en op de bekende podcastkanalen.

Gast in de eerste podcast is Lianne Hoogeveen, bijzonder hoogleraar aan de Radboud Universiteit. Haar leeropdracht betreft de identificatie, ondersteuning en begeleiding van talent. Het thema van het interview is concepten van begaafdheid: welke ontwikkelingen zijn waarneembaar en wat kunnen deze ontwikkelingen voor de onderwijspraktijk betekenen?

Basisboek – Hoofdstuk 25 Dynamisch assessment

Traditionele, statische tests zoals intelligentietests hebben beperkingen bij het identificeren van het leerpotentieel van (hoog)begaafde leerlingen. Statische tests meten voornamelijk eerder verworven kennis en geven geen volledig beeld van cognitieve vermogens of verborgen talenten, zeker bij leerlingen met een andere culturele achtergrond, een lagere sociaal-economische status of testangst. Dynamisch testen vormt daarop een alternatief: door tijdens het testproces doelgericht hulp of feedback te bieden, wordt zichtbaar hoe leerlingen leren en onder welke condities ze het best functioneren. Dit sluit aan bij Vygotsky’s concept van de zone van naaste ontwikkeling (ZNO), die onderscheid maakt tussen wat een leerling zelfstandig en met hulp kan bereiken. Dynamisch testen richt zich op het in kaart brengen van deze ZNO in verschillende domeinen, om meer zicht te krijgen op instructiebehoeften en ontwikkelruimte.

Onderzoek toont aan dat dynamisch testen beter in staat is om het potentieel van diverse en (hoog)begaafde leerlingen te signaleren en minder gevoelig is voor storende factoren als testangst en zwakke executieve functies dan statische tests. Door de nadruk op leerproces en begeleiding levert dynamisch testen waardevolle inzichten op voor maatwerk in het onderwijs.

Basisboek – Hoofdstuk 24 In gesprek met de leerling

Een effectieve gespreksvoering met leerlingen is van belang voor het welbevinden en de ontwikkeling van leerlingen. De grondhouding van jou als leraar is daarbij essentieel: alleen met pedagogische sensitiviteit, vanuit nieuwsgierigheid, met inachtneming van culturele aspecten en in contact van mens tot mens kan een open, authentiek gesprek ontstaan. Dan zullen leerlingen gesprekken als betekenisvol ervaren. Zij zullen zich gezien, gehoord en begrepen weten.

Het combineren van gesprekstechnieken, verschillende speelse en visuele tools en reflectievragen kan ondersteunend zijn bij de gesprekken. Het is noodzakelijk dat je je bewust bent en kennis hebt van het taalgebruik en -niveau van je leerling. Daarbij aansluiten vergroot het ervaren van (h)erkenning. Tevens zijn zelfregulatie en zelfreflectie factoren die bijdragen aan het welbevinden van leerlingen: ook deze aspecten dienen aan bod te komen, zowel in de voorbereiding, de gespreksvoering als in de reflectiemomenten.

Zelfreflectie van jou als leraar, voorafgaand aan en na afloop van leerlinggesprekken, draagt bij aan het versterken van deze gesprekken. Door systematisch met leerlingen in gesprek te gaan en dit goed vast te leggen groeit het gesprek uit tot een vast onderdeel van de begeleiding en groei van leerlingen.

Basisboek – Hoofdstuk 23 Het werken met portfolios

Portfolio’s zijn een krachtig instrument voor het begeleiden en beoordelen van (hoog)begaafde leerlingen. In tegenstelling tot conventionele toetsmethoden bieden ze een duidelijker beeld van het leerproces, de inzet en de persoonlijke ontwikkeling. Portfolio’s stimuleren reflectie, zelfstandigheid en motivatie en helpen leerlingen bij het creëren van een realistisch zelfbeeld en veerkracht.

Een effectieve toepassing vereist heldere beoordelingscriteria, teamprofessionalisering en betrokkenheid van ouders. Rubrics en gezamenlijke beoordelingen dragen bij aan de betrouwbaarheid van beoordelingen. Door zowel het proces als het product te waarderen, erken je ook vaardigheden zoals volharding en reflectie.

Portfolio’s laten groei zien en versterken op die manier de metacognitieve vaardigheden en het zelfvertrouwen van leerlingen. De pedagogische sensitiviteit van de leraar is belangrijk: feedback dient empathisch, specifiek en afgestemd te zijn. Ouders kunnen extra ondersteuning bieden, op voorwaarde dat ze zich richten op reflectie en niet op het overnemen van taken.

Portfolio’s passen in een bredere benadering van talentontwikkeling en gepersonaliseerd leren en spelen een rol in de langetermijnmotivatie. Ze fungeren niet alleen als een middel voor evaluatie, maar ook als een basis voor verdere persoonlijke en academische ontwikkeling.